Voetbalreizen Sevilla FC
Boek je voetbalreis naar Sevilla FC eenvoudig in vier klikken
Boek je complete voetbalreis naar Sevilla FC eenvoudig op maat. Kies welke wedstrijd, hotel & zitplaats overzichtelijk op één plek. Geen boekingskosten.
Sevilla is niet voor niets de heetste stad van Europa en thuisbasis van de opzwepende flamencomuziek. Ook bij de wedstrijden van Sevilla FC draait alles om warmte en passie. Het stadion van de club, in felle rood-witte kleuren, is één van de meest intimiderende arena’s van Europa. Zeker als het hele stadion vlak voor het beginsignaal de ‘Himno Centenario’ zingt, is de zinderende atmosfeer in je hele lichaam voelbaar.
Naast de enerverende sfeer ben je ook verzekerd van een geweldig zicht op het veld en voetbal op hoog niveau. Sevilla FC is niet voor niets de ongekroonde koning van de Europa League. In de afgelopen 15 jaar won de club de felbegeerde Europese beker maar liefst zes keer! In het clubmuseum kun je ze allemaal zien.
Ook de stad zelf, met zijn indrukwekkende kathedraal, paleizen en tuinen vaak getypeerd als Europa’s openluchtmuseum, zul je niet gauw vergeten. Deze geheel verzorgde reis is een van de mooist denkbare Europese voetbaltrips.
Alles wat je moet weten voor jouw voetbalreis naar Sevilla
Wij hebben de beste tips voor je uitgezocht om ervoor te zorgen dat je alles uit je voetbalreis naar Sevilla kunt halen. Van praktische informatie rondom het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán tot suggesties om Sevilla te verkennen.
- Informatie over Estadio Ramón Sánchez Pizjuán, route & tips
- Informatie over Sevilla FC
- Wat te doen in Sevilla
Het stadion van Sevilla: Estadio Ramón Sánchez Pizjuán
Tot 1958 speelde Sevilla in het oude Nervión stadion, met een capaciteit van 23.000 plaatsen. Onder de legendarische president Ramón Sánchez Pizjuán werd Sevilla echter zó succesvol (drie keer bekerwinst en de landstitel in 1946) dat er in de jaren ’50 een grotere thuisbasis nodig was. Op een door de president gekocht stuk land werd een nieuw stadion met 70.000 plaatsen gepland. Maar in 1956, enkele weken voor de bouw zou starten, overleed Pizjuán plotseling. Het in 1958 in gebruik genomen nieuwe stadion kreeg als eerbetoon zijn naam. Door veel problemen bij de bouw koste het stadion de club veel meer dan berekend was, waardoor de capaciteit werd teruggeschroefd naar 53.000 plaatsen. Pas na 28 jaar, in 1974, was de bouw voltooid met in totaal 77.000 plekken.
Tijdens het WK van 1982 in Spanje werden er in het stadion twee duels afgewerkt, waaronder de halve finale tussen Duitsland en Frankrijk (met het beruchte incident Schumacher – Battiston). In de jaren negentig daalde de capaciteit naar 43.000, nadat de UEFA staanplaatsen in stadions verbood. Momenteel heeft het stadion een capaciteit van 43.883 plaatsen.
Niet alleen bij fans van Sevilla heeft het sfeervolle stadion een bijzondere status. De nationale ploeg van Spanje speelde er 25 interlands, waarin het ongeslagen bleef (20 overwinningen, 5 gelijke spelen).
Niet alleen van binnen ziet het stadion er geweldig uit. Aan de buitenkant zijn een aantal fraaie mozaïeken te zien. Ter gelegenheid van het WK 1982 werd het clubwapen aangebracht, samen met de logo’s van 60 andere clubs die in het stadion hebben gespeeld. Ook zijn er afbeeldingen te vinden van de trofeeën van de club, de clublegendes en een eerbetoon aan Antonio Puerta, de middenvelder die na een hartstilstand overleed tijdens een wedstrijd in Estadio Pizjuán in 2007.
Hoe bereik je het Estadio Ramón Sanchez-Pizuán?
Het Ramón Sánchez Pizjuán Stadion ligt midden in de wijk Nervión, op nog geen drie kilometer van het centrum van Sevilla. Het is dus prima te doen om te voet naar het stadion te gaan; het kost je hoogstens een half uur en je bent zeker niet de enige. Mocht je je liever niet te veel inspannen, dan zijn de metro, de bus of de taxi prima alternatieven.
Met de Metro
Sevilla beschikt over drie metrolijnen, die vooral bedoeld zijn om de buitenwijken van de stad te bereiken. Maar ook het stadion is ook prima te bereiken met metrolijn 1 (groen).
In het centrum van Sevilla kun je opstappen op de haltes Puerta Jerez (bij het Koninklijk Paleis) of Prado de San Sebastian. Na een ritje van vier minuten stap je uit bij de halte Nervión, of een halte verder op Gran Plaza. Vanaf beide stations is het nog vijf minuten lopen naar het stadion. De rit kost je nog geen €2.
Adresgegevens Estadio Ramón Sánchez Pizjuán
Calle Sevilla Fútbol Club
41005 Sevilla
Met de bus
Er rijden in het centrum van Sevilla een aantal buslijnen die vlak bij het stadion stoppen: B3, C1, C2, 5, 22, 23, 24, 27, 28, 29, 32 en EA (de Airport Shuttle). Je stapt uit bij de halte Eduardo Dato of halte Luis de Morales. Deze stations liggen op een paar honderd meter van het stadion.
Met de taxi
Een taxirit is in Sevilla een stuk goedkoper dan in Nederland. Officiële taxi’s zijn wit met een diagonale gele streep en rijden altijd met een meter. Je kunt de taxi gewoon aanhouden op straat; als de taxi beschikbaar is brandt er op het dak een groen licht. Vanaf het centrum betaal je voor een rit naar het stadion niet meer dan €10.
Plattegrond van het stadion
De zijdes van het stadion zijn:
- De Preferencia Stand (West). De hoofdtribune, waar de kleedkamer, spelerstunnel en dug-outs zich bevinden. Het is tevens de enige tribune die overdekte plaatsen biedt. Hier bevinden zich de duurste plaatsen, en de vakken P11 t/m P44.
- Fondo (Oost), de tribune langs de zijlijn aan de oostkant van het stadion. Je vindt hier de vakken F 11 t/m F44.
- Gol Sur (Zuid). De tribune achter het doel aan de zuidkant van het stadion. Hier bevinden zich de vakken S11 t/m S46. In de hoek tussen de Zuid en Oost tribune is er plaats voor de uitfans (gate 11).
- Gol Norte (Noord). De tribune achter het doel aan de noordkant, met de vakken N11 t/m N45. Hier staan de ultra’s van Sevilla, de ‘Biris Norte’ achter het doel.
Stadiontour en museum
Je voetbaltrip is niet compleet zonder een blik achter de schermen met de Sevilla FC Stadium Tour. In 2018 opende Sevilla FC een nieuw museum, dat zes keer groter is dan voorheen.
Je begint de Tour in het museum, waar in vier grote zalen de geschiedenis van de club wordt getoond. Je vindt er ook alle shirts die door de jaren heen gedragen zijn, en natuurlijk de vele trofeeën. Nergens ter wereld tref je een prijzenkast met maar liefst zes Europa League-bekers. Vervolgens bezoek je achtereenvolgens de VIP-boxen en VIP Suite van de president, de persruimte, kleedkamers, spelerstunnel, het veld en tenslotte de Club Store. Al met al duurt de tour zo’n 75 minuten.
Normaal gesproken is het mogelijk de tour te volgen op zaterdag van 11.00 tot 21.00 en op zondag van 11.00 tot 15.00. Op wedstrijddagen is er geen rondleiding, net als de dag voor en na een Europacup-wedstrijd.
Zorg dat je van tevoren boekt via de website. Er wordt namelijk gewerkt met tijdsloten, en op sommige momenten is de tour ook op doordeweekse dagen te boeken.
Hapjes en drankjes in de buurt van het stadion
Aangezien Sevilla toeristen uit de hele wereld trekt, hoef je nooit lang te zoeken naar een restaurant of bar. Ook rond de thuishaven van Sevilla FC wemelt het van de eetgelegenheden. Pal naast het stadion ligt het winkelcentrum Nervión Plaza, waar diverse eetgelegenheden zitten. Ook in de straten rondom het stadion zitten voldoende tapasbarretjes en kroegen. We hebben enkele favorieten voor je uitgezocht.
100 Montaditos
100 Montaditos is een Spaanse broodjesketen met vestigingen door het hele land. Op de Av. Eduardo Dato, op 400 meter van het stadion vind je er ook een. Motaditos zijn belegde ministokbroodjes, en die worden hier geserveerd met wel 100 verschillende soorten beleg. Van hartig tot zoet, je kunt het zo gek niet bedenken of het is te krijgen. Op woensdag en zondag betaal je voor bijna alle gerechten slechts €1. Het bier is altijd koud, want de bierpullen komen rechtstreeks uit de vriezer.
Restaurante Jamatelo
Op Sacrificio 3, zo’n tien minuten lopen vanaf het stadion, zit een tapasrestaurant dat je absoluut niet mag missen. Het wordt geroemd om zijn vriendelijke bediening, uitstekende gerechten en bescheiden prijzen. Naast de standaard tapas worden de Arabische en Andalusische keuken op zeer smaakvolle wijze gemixt. Het menu is ook in het Engels verkrijgbaar en vermeldt bij elk gerecht of het glutenvrij is of ongeschikt voor mensen met een bepaalde allergie. Als je in Sevilla bent mag je dit restaurant echt niet overslaan…
The Merchant
Voor de beste sportsbar moet je toch echt in het centrum van de stad zijn. Een van de populairste bars is The Merchant, op Calle Canalejas 12. Deze Ierse pub toont alle sportevenementen op meerdere schermen. Er is een groot aanbod aan bieren, tegen alleszins redelijke prijzen. De keuken zorgt voor verse burgers, homemade fries, chicken wings, sandwiches en salades.
Informatie over Sevilla FC
Sevilla FC werd opgericht in 1890, al werd pas in 1914 de eerste officiële wedstrijd gespeeld. De club behaalde in de jaren ’30 en ’40 grote successen: in 1935, 1939 en 1948 werd de Spaanse beker gewonnen, en in 1946 het eerste (en enige) landskampioenschap. Om langdurig te kunnen concurreren met grootmacht Real Madrid werd het Estadio Pizjuán gebouwd, maar door vele tegenvallers rezen de bouwkosten volledig de pan uit. Daardoor was er geen geld meer om een rol van betekenis te spelen in de competitie. De club zakte af naar de grauwe middenmoot en in 1968 volgde zelfs degradatie. Ook in 1997 en 2000 degradeerde Sevilla naar de Segunda División.
Pas in het nieuwe millennium wist de club terug te keren naar de top, vooral dankzij de doorbraak van een groot aantal talenten. In 2006 won Sevilla zowel de UEFA Cup als de Europese Supercup. Ook een jaar later werd de UEFA Cup gewonnen. Vervolgens schreef Sevilla FC geschiedenis door de (inmiddels Europa League genoemde) beker eveneens in 2014, 2015 en 2016 te winnen. In 2020 werd de Cup zelfs voor een zesde maal binnen gesleept; dankzij twee goals van Luuk de Jong werd Inter in de finale met 3-2 geklopt. In La Liga is Sevilla de laatste jaren altijd in de top-4 te vinden, en droomt het stiekem van een tweede landstitel. Een sterke troef daarbij vormt het uitzinnige publiek, dat voor een zeer intimiderende sfeer weet te zorgen.
De grote rivaal van Sevilla FC is natuurlijk stadgenoot Betis Sevilla. Deze club werd in 1907 opgericht door afvallige leden van Sevilla FC. Daarnaast speelde ook de sociale achtergrond een rol. Sevilla FC was vooral geliefd bij de middenklasse, terwijl Betis bekend stond als een linkse arbeidersclub. Hoewel dit tegenwoordig geen rol meer speelt, en Sevilla FC zijn stadgenoot qua prestaties behoorlijk heeft overvleugeld, geldt de derby nog altijd als een van de meest beladen wedstrijden in de Spaanse competitie.
Het clublied – de al genoemde Himno Centenario – werd in 2005 gecomponeerd door de lokale muzikant El Arrebato en bereikte onmiddellijk de nummer 1-positie in de Spaanse hitlijsten. Bij elke wedstrijd, zowel thuis als uit, zingen de fans het lied uit volle borst. Van nieuwe spelers wordt verwacht dat zij het nummer zo snel mogelijk mee kunnen zingen.
Het logo van Sevilla FC
Het huidige logo van Sevilla bestaat sinds 1995, en is sinds 1921 nauwelijks veranderd. Het driehoekige schild, in de vorm van een hart, heeft een gouden rand. De drie verschillende afbeeldingen van het logo worden bijeen gehouden door een leren bal. Dit is de voetbal die gebruikt werd op het WK 1938 in Frankrijk (het zogenaamde Allen-model). Linksboven staat het stadsembleem van Sevilla. Rechtsboven vinden we het logo van de club, dat al sinds 1908 bestaat: de initialen SFC (Sevilla Fútbol Club).
Over de rood-witte strepen onder aan het logo zijn de meningen verdeeld. Sommigen beweren dat de kleuren geïnspireerd zijn op de vlag die koning Ferdinand van Castilië bij zich droeg tijdens de herovering van de stad op de Moren in 1248. Maar de meest waarschijnlijke reden is dat de club aanvankelijk van plan was om in het rood-wit gestreept aan te treden (zie ook het tenue van Sevilla).
Het tenue van Sevilla FC
Sevilla heeft altijd hetzelfde tenue gedragen: een wit shirt (met rode accenten), een witte broek en zwarte sokken. Aan het begin van de 20e eeuw was wit de meest voorkomende kleur van voetbalshirts, aangezien het de best verkrijgbare en goedkoopste optie was. Toch heeft men in de beginjaren overwogen om in het rood-wit gestreepte shirt van Sunderland te spelen. Dat zou gebeuren in een vriendschappelijk duel tegen Huelva in 1909. Omdat de bestelde shirts te laat arriveerden, besloot Sevilla in het wit te spelen. Daarna besloot het bestuur dat wit de vaste kleur zou blijven. Toen de bestelde Sunderland-shirts aankwamen, werd besloten dit shirt als tweede tenue aan te houden. Dat is ook de reden waarom het uittenue van de club nog altijd rood is.
Wat te doen in Sevilla?
Sevilla staat niet voor niets bekend als openluchtmuseum. Grieken, Romeinen, Moren, Vikingen; allemaal hebben zij hun sporen achtergelaten in de stad. Je struikelt er over de historische monumenten, tuinen, parken, kerken en paleizen. Daarnaast is Sevilla een stad zoals je je Spanje voorstelt: flamencomuziek, bloeiende sinaasappelbomen, uitstekende tapas en natuurlijk een stralende zon (Sevilla is de warmste stad van Europa). We zetten een aantal bezienswaardigheden op een rij die je zeker niet mag missen.
Catedral de Santa Maria de la Sede
Deze 15e-eeuwse kerk is de grootste gotische kathedraal ter wereld, en na de Sint-Pieter (Rome) en St. Pauls Cathedral (Londen) het grootste kerkgebouw van Europa. De 105 meter hoge klokkentoren is uitgegroeid tot het symbool van de stad. Deze toren was oorspronkelijk de minaret van een moskee. In de 12e eeuw stond op deze plaats namelijk de grootste moskee van de stad. Het interieur bevat een grote hoeveelheid unieke kunstwerken. Tevens bevindt zich hier het praalgraf van Christoffel Columbus.
De toegangsprijs voor de Kathedraal en de beklimming van de klokkentoren bedraagt €10. Ook is het mogelijk een audiotour te nemen of je aan te sluiten bij een begeleide tour. Het is absoluut aan te raden om van tevoren online te boeken. Je bent 10% goedkoper uit en ontloopt bovendien de lange wachtrij bij de kassa.
Real Alcázar
Real Alcázar de Sevilla is geen nieuw opgerichte voetbalclub, maar het koninklijk paleis van Sevilla, en tevens de meest bezochte attractie van de stad. We adviseren je dan ook om in elk geval dit geweldige complex te bezoeken. Of je moet de pech hebben dat de Spaanse koning in de stad is, want dan slaapt hij hier en is het complex gesloten. Je vindt hier een verzameling indrukwekkende paleizen, gebouwd in de unieke Mudejarstijl (een mengvorm van Christelijke en Moslim-kunst, die alleen in Spanje te vinden is). Verder vind je er uitgestrekte tuinen met vijvers, palmen en sinaasappelbomen. Omdat er niet meer dan 750 mensen tegelijk worden binnengelaten, is het een must om vooraf te reserveren. Een ticket kost €14,50, en biedt ook nog toegang tot een aantal andere musea. Gepensioneerden en studenten mogen voor €7 naar binnen, maar moeten wel een paspoort of Europese studentenkaart kunnen tonen.
Plaza de Toros
Wij zullen je zeker niet aanraden om in Spanje een bezoek te brengen aan het stierenvechten. Wel maken we een uitzondering voor een groundhop naar Plaza de Toros, de grootste en belangrijkste arena in Spanje. Aan dit monumentale gebouw, dat in de havenwijk El Arenal ligt, is maar liefst 120 jaar gebouwd, van 1761 tot 1881. Bijzonder fraai zijn het plein en de ingang met zijn barokke façade. Ook de hoofdarena, met zo’n 12.000 plaatsen, mag er zijn. Er bevindt zich tevens een museum waar de geschiedenis van het stierenvechten wordt getoond. Het is geopend van woensdag tot en met zondag van 10.00 tot 16.00. Voor een rondleiding door het museum en de arena betaal je €10. En daar komt geen gevecht aan te pas. De rondleiding is in het Spaans en Engels.
Triana
Op ongeveer twintig minuten lopen vanaf de kathedraal, aan de andere kant van de rivier, vind je de karakteristieke volkswijk Triana, die bekend staat als de geboorteplaats van de flamenco. Je kunt er heerlijk dwalen door de smalle straatjes van deze vroegere zeelieden- en zigeunerwijk en treft er opvallend weinig toeristen aan. Breng ook een bezoek aan de Mercado de Triana, een markthal waar de buurtbewoners hun groenten, vlees en vis inslaan. En probeer hier zeker een paar eettentjes uit. Langs de rivier vind je een grote hoeveelheid restaurants en bars.